Voorpaginanieuws: Mamas for Africa

Journalist Rik Van Puymbroeck: "(...) Je kan daar naar wegdromen en met de realiteit van haar job is dat goed. Want op haar iPhone kreeg Anke Dumez, sinds vorig jaar directeur van Mamas for Africa (‘in Congo zeggen ze directrice, maar hier zeg ik zelf directeur’), foto’s van een toegetakeld meisje van 2 jaar."

‘Ik was drie dagen terug van bijna drie weken in Zuid-Kivu, waar we actief zijn, tussen Uvira en Bukavu en bijna tot in Goma’, zegt ze. ‘Dat meisje uit Kamanyola is dus twee jaar en was verkracht door een 28-jarige buurman. Ze was binnengebracht in het lokale centre de santé. De anus en de vagina van dat kindje, een peuter nog, zijn volledig kapot.’ Ze stopt. Even maar. Neen, die foto’s toont ze niet. Die blijven veilig. Maar ze vertelt het als illustratie van het leven en de werkelijkheid in Oost-Congo. ‘Er heerst een complete straffeloosheid. Die man heeft al verschillende minderjarige meisjes in het dorp verkracht. Als je dat met een meisje van 2 doet, dan heeft dat niets met lust, maar alles met pure agressie te maken. Het geweld dringt via het conflict met onder meer de M23 (de rebellenbeweging die in Oost-Congo actief is, met steun van Rwanda, red.) zo in de samenleving. De gewone Congolezen zien dat militairen, van welke militie ook, niet gestraft worden en op den duur doen broers, mannen, vaders dat ook.’

Het meisje van 2 heeft een gezicht en ze heeft een naam: Elizabeth, heet ze. Een dag later kwam een gelijkaardig bericht van een meisje van 6. Claire. Terwijl Dumez er in februari-maart zelf was, praatte ze met Kito. Kito is dertien en zeven maanden zwanger van een tweeling. ‘En hoeveel vrouwen en meisjes zien wij niét? Voorbij Uvira, de gevaarlijkste regio, zitten wij niet. Ook daar ondergaan kinderen van 4 of 10 en vrouwen van 70 hetzelfde lot. En zelfs mannen, want verkrachting is net zoals ik in een reportage van Inge Vrancken in Oekraïne zag, een oorlogswapen. Zoals hier tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dus ook daar wil ik in de toekomst aandacht voor vragen. (glimlacht) Ook voor de papa’s in Afrika, dus.’

Mamas for Africa werd 24 jaar geleden opgericht door Hilde Mattelaer die eerder, met haar toenmalige man, Artsen zonder vakantie had opgericht. Anke Dumez leidt de organisatie sinds augustus vorig jaar. Een klein team in België, vier mensen, alle aandacht naar Oost-Congo zelf: daar hebben ze twintig mensen in vaste dienst en nog eens zestig losse medewerkers. Verplegend personeel, psychologen en psychosociale assistenten die in elf onthaalpunten in Zuid-Kivu, vooral, vrouwen helpen. ‘Vrouwen zijn tweederangsburgers in Oost-Congo. De genderongelijkheid is er gigantisch en dag in dag uit lopen ze gevaar verkracht te worden. Daar focussen we op. Op vrouwen na verkrachting of andere tegenslagen. Dat zijn bijvoorbeeld gynaecologische problematieken zoals baarmoederverzakkingen. We werken onder meer met L’Hopital de Panzi van dokter Mukwege (de gynaecoloog die in 2018 de Nobelprijs voor de vrede won, red.). Er zijn vrouwen die soms jarenlang létterlijk met hun baarmoeder uit hun lichaam rondlopen. Die denken dat dat normaal is. Zo’n ‘prolaps’ is het gevolg van op zeer jonge leeftijd vaak veel zwangerschappen na elkaar, obstructie tijdens de bevalling, veel kinderen, slechte verzorging. Die vrouwen worden verstoten, want verkrachting is hun schuld. Wat wij doen, is hen in de eerste plaats medisch helpen, maar we proberen ook te bemiddelen. En meer en meer lukt het ons, zelfs om mannen mee op campagne te nemen om andere mannen te overtuigen hun vrouwen niet meer te verstoten. Beetje bij beetje.’

We horen dit en u leest dit en misschien denken we hetzelfde: is dit niet vechten tegen de bierkaai? Ze herkent die reactie. ‘Het klinkt naïef en wollig, maar ik geloof rotsvast dat elk leven dat je verandert een impact heeft. Natuurlijk kunnen we het conflict in de regio niet oplossen en zal dat nodig zijn. Maar ondertussen geloof ik dat wij iets kunnen doen en dat als zo’n vrouw naar huis gaat met teruggewonnen waardigheid en psychologische begeleiding, dat ze dan opnieuw voor haar zichzelf, haar kinderen, die in de buurt en de lokale economie kan zorgen. Dat ze assertiever wordt en dat je zo, beetje bij beetje, verandering brengt.’

Directeur worden van een organisatie die elk jaar 1 miljoen euro nodig heeft, via giften (‘mensen storten 5, 10 of 50 euro per maand, de helft van ons budget komt van die vrijgevigheid, dat is toch geweldig’), legaten en steun van privépartners, lag niet in haar plannen. Toen ze 12 was, wilde ze lerares worden. ‘En later directrice.’ Toen ze 17 was, wist ze zelfs wélke lerares. ‘Ik was zot van Latijn en Grieks, van de poëzie, de Griekse filosofen, de intriges en verhalen, het spelen met taal. Ik ken nog hele stukken uit het hoofd. (ze citeert Vergilius:) ‘Tityre, tu patulae recubans sub tegmine fagi enzovoort. Maar mijn vader, die zelf advocaat was, vond dat ik de lat wat hoger moest leggen en wat doe je als dochter? Pleasen. Ik ging rechten studeren. Je hebt toch de angst anders teleur te stellen. Maar eerlijk gezegd heb ik die studies nooit graag gedaan.’

Het lezen blijft: Ovidius, Alessandro Baricco, de familiegeschiedenissen van de Latijns-Amerikanen, Stefan Hertmans. Dit huis ligt vol boeken. Nu ook veel non-fictie over Congo en Afrika. En ‘Parlons Swahili’, dat ze van de Congolose coördinator Patrick kreeg. Maar ze werd dus advocaat, was het bijna 30 jaar lang, op een intermezzo van twee jaar aan het hoofd van het Flanders Fashion Institute na. Advocaat aan de balie, gespecialiseerd in sociale zekerheid en fiscaal recht. ‘Ik was departementsadvocaat van de FOD Financiën, ik stond dus aan de kant van de fiscus. (ze schatert) Iémand moet het doen. De schatkist is geen bank, geen liefdadigheidsinstelling. Het gaat om uw en mijn geld dat door malafide ondernemers gebruikt wordt om hun eigen leven te financieren en grote sier te maken. Daar trad ik tegenop. Ik pleitte onder meer in het dossier van Geert Allaert van Music Hall en in de zaak tegen NUOD, een vakbond van het personeel van de FOD Financiën zelf die door allerlei systemen verhoogde subsidies verwierf en onterechte voordelen voor het vakbondspersoneel.’

De stretch met haar huidige job lijkt nochtans groot. ‘Misschien zit de link toch in de zoektocht naar rechtvaardigheid’, zegt ze. ‘Maar het leven van mensen zit ook n fiscale dossiers weerspiegeld. Ik pleitte ongelooflijk graag. Als ik mijn toga aan deed, begon voor mij een spel met taal, verhaal, interactie met de tegenpartij, de cliënten, de rechtbank, non-verbale communicatie. Maar na 30 jaar had ik het gehad met het werk op het bureau. Mijn werk is mijn identiteit, het is wie ik ben. Op kantoor zat ik stilaan te sterven. Ik voelde geen goesting meer.’

Die goesting is nu voelbaar wel aanwezig. Als vrijwilliger had ze eerder twee periodes voor een project in Malawi gewerkt, sinds augustus was ze voor haar eigen organisatie twee keer in Oost-Congo. ‘Sommige mensen verklaren me gek. Het geweld in Oost-Congo is de laatste tijd weer opgelaaid. Natuurlijk moet je geen risico’s nemen. We vliegen op Kigali en in Rwanda is alles goed georganiseerd. Eens je de grens oversteekt in Bukavu is de chaos compleet. Maar je moet daar niet als bange witte vrouw heen. Met een open blik naar mensen toestappen, helpt. Ik ben niet zo snel geïntimideerd. Weet je dat we onlangs door Rwanda fietsten?’

Neen. ‘Fietsen is essentieel voor me. Levensnoodzakelijk. Toen ik 26 was, was ik een jonge moeder van twee kinderen. Twee jaar later kreeg ik voor het eerst wat geld terug van de fiscus. Ik had dat toen niet écht nodig, dus ik dacht: ik koop me een koersfiets. Een zilvergrijze aluminium Cannondale met de Amerikaanse vlag erop. Ik ben gaan fietsen en dat is mij escape, mijn ademen, mijn vrijheid. Mijn kinderen zeiden altijd: als ze slechtgezind is, zet ze dan op haar fiets en ze komt blij terug. Dat klopt. Ik ben voorzitter van fietsclub Zurenborg Sport en we reizen veel met de fiets. Met minimale bagage fietsten we drie keer door Frankrijk door, vijf jaar geleden trokken we over de Pyreneeën van Biarritz naar Perpignan. Over al die cols en ik ontdekte er een grote liefde voor het afdalen. Eerst afzien, prachtig, en dan roekeloos naar beneden. Heerlijk. In februari vorig jaar fietsten we 10 dagen door Rwanda. Van dorp naar dorp door al die plantages, geweldig. En op een dag kwamen we in Kigali waar in 2025 het WK georganiseerd wordt. Die dag finishte er een etappe van de Tour du Rwanda, op de befaamde muur van Kigali, met kasseien. We hebben de beklommen, tussen al dat volk dat al op de renners stond te wachten.’

Onze twee tijgerpistolets en twee koffies zijn op en we nemen we afscheid. Met nog één vraag: is vader Dumez nu niet ontgoocheld dat zijn dochter geen advocaat meer is? ‘Helemaal niet. Al in de eerste week zag ik dat hij zich had aangemeld voor een maandelijkse storting voor Mamas for Africa. Eigenlijk ben ik nu de advocaat van die vrouwen in Oost-Congo. Wat ik doe is echt advocacy. Ik vertel hun verhalen die ik in al die kleine dorpen heb gezien in hoop hier steun te krijgen.’

Bron: De Tijd